Wat betekent data-driven fondsenwerving nou eigenlijk?

Iedere fondsenwervende organisatie wil het zijn, veel fondsenwervers claimen hun fondsenwerving zo te doen, maar slechts enkelen weten het echt goed in de praktijk te brengen: data-driven fondsenwerving. Het is zo’n term die je overal hoort. Maar in de praktijk gaat het niet altijd goed. Wat betekent data-driven fondsenwerving nou eigenlijk?

Als je een paar fondsenwervers aan tafel zet en ze vraagt om hun ervaringen te delen, dan hoor je al snel de terugverdientijden over tafel vliegen. Data-driven werken is je realiseren dat het niet om terugverdienen gaat, maar om op de lange termijn flink winst maken! Daar doen we het immers voor. Genoeg inkomsten voor het goede doel. Het feit dat wij geen winst maken voor aandeelhouders, betekent niet dat we geen winst moeten maken.

Op een gedegen manier de business case ontleden kan je heel veel financieel leed besparen. Zo heb ik wel eens samen met een goed doel, na een gedetailleerde analyse van de resultaten, een grote investering stop gezet, omdat ze er zelf op de lange termijn eigenlijk niks aan over hielden. De enige die er iets aan verdiende was een niet nader te noemen leverancier. Wees altijd kritisch, geloof niemand op z’n blauwe ogen.

Maar, wat betekent data-driven fondsenwerving nou eigenlijk?

Resultaten probeer je vooraf te voorspellen en achteraf te verklaren. Keuzes maak je heel bewust op basis van data. Investeringen doe je met een reden. Risico’s probeer je te kwantificeren en te minimaliseren. Communicatie met donateurs doe je zo geïnformeerd mogelijk op basis van hun wensen en behoeften. Analyses doe je zo compleet mogelijk, omdat je alle benodigde variabelen hebt opgeslagen en trends inzichtelijk zijn. De kwaliteit van jouw donateursrelaties probeer je uit te drukken in kwantitatieve waarden. De ins en outs van jouw database zijn sturend in jouw beslissingen. Lange termijn trends zijn jou bekend. De investeringsdynamiek van fondsenwerving heeft voor jou geen geheimen.

Dat dus, ongeveer.

Je zou het ook wel het stukje zakelijkheid in onze non-profit sector kunnen noemen.