Wint Profit het van Non-Profit?
Goede doelen hebben het tegenwoordig een stuk moeilijker dan vroeger. Waar ze ooit dé plek waren voor mensen die iets goeds wilden doen voor de wereld, staan ze nu ineens naast een hele reeks nieuwe spelers. Wie heeft dan de beste papieren?
De nieuwe spelers zijn bedrijven die een echte bijdrage willen leveren – én daar geld mee verdienen. Denk aan start-ups of bekende merken die naast winst ook impact willen maken. Het zijn zogenoemde impactorganisaties, en die winnen snel terrein.
Kijk bijvoorbeeld maar naar lijsten zoals de ‘Inspirerende 40’ – die staan vol met bedrijven die winst maken én de wereld verbeteren. Dat zet traditionele non-profits aan het denken: hoe blijf je relevant als je niet meer de enige bent die goed wil doen?
Voor fondsenwervers is dit een gamechanger. Want als impact maken ook ‘gewoon’ via een aankoop kan, hoe overtuig je mensen dan nog om te geven? Om zich te binden aan jóuw missie?
De opkomst van impactorganisaties
Impactorganisaties brengen iets nieuws: ze zijn commercieel én maatschappelijk betrokken. Ze combineren een slimme businesscase met een duidelijke missie. En vaak doen ze dat op een manier die heel goed aansluit bij jongere generaties die duurzaamheid, gelijkheid en eerlijkheid belangrijk vinden.
Een paar voorbeelden:
● Dopper verkoopt herbruikbare flessen om plasticvervuiling tegen te gaan.
● Ben & Jerry’s spreekt zich uit over sociale thema’s zoals vluchtelingenbeleid, terwijl ze gewoon ijs verkopen.
● Too Good To Go helpt restaurants en winkels om voedselverspilling tegen te gaan met een app die overgebleven eten aanbiedt voor een lage prijs.
● Natuurhuisje.nl verhuurt vakantiewoningen midden in de natuur, en steunt daarmee biodiversiteit.
Wat deze organisaties slim doen: ze bieden iets tastbaars aan, iets wat mensen kunnen gebruiken of ervaren. En ondertussen vertellen ze een sterk verhaal. Ze weten hoe ze moeten opvallen in een wereld vol prikkels. Daarmee spreken ze ook een generatie aan die niet per se wil ‘doneren’ maar wél wil bijdragen. Ze willen impact, maar dan op hun voorwaarden: direct, persoonlijk, zichtbaar en met een goed gevoel erbij.
De uitdaging voor traditionele goede doelen
Voor traditionele goede doelen betekent dit: tijd voor actie. Niet omdat impact organisaties “beter” zijn, maar omdat ze inspelen op wat mensen vandaag verwachten. Als fondsenwerver moet je dus creatiever worden, scherper communiceren en vooral: laten zien waarom jouw organisatie onmisbaar is.
Want dat zijn goede doelen nog steeds. Alleen moeten we het beter uitleggen. Mensen geven niet omdat jij een goed doel bent, maar omdat jij iets mogelijk maakt dat ze belangrijk vinden.
Hoe blijf je als goed doel relevant?
1. Laat zien wat je uniek maakt
Goede doelen zijn vaak ontstaan omdat ze doen wat anderen niet doen – of niet durven. Denk aan noodhulp bij een natuurramp, bescherming van kwetsbare mensen, of lobbyen voor mensenrechten. Dat soort dingen kun je niet of moeilijk ‘vermarkten’. Die unieke positie is goud waard, maar je moet ’m wel goed uitleggen. Laat zien waar je voor staat, wat je bereikt en waarom jouw werk nodig blijft – ook al zijn er nu meer spelers in het veld.
2. Zoek samenwerking
Je hoeft het niet alleen te doen. Commerciële bedrijven hebben vaak veel bereik, terwijl non-profits juist veel inhoudelijke kennis hebben. Samen kun je veel meer impact maken. Denk aan:
● Ben & Jerry’s die samenwerkt met vluchtelingenorganisaties.
● The Ocean Cleanup die steun krijgt van Maersk om plastic uit de oceaan te halen.
● Beter Bed draagt niet alleen financieel bij aan Het Maxima Medisch Centrum, maar helpt ook met hun expertise de nachtrust van patiëntjes te verbeteren.
Slim samenwerken levert niet alleen meer zichtbaarheid op, maar ook nieuwe manieren om doelen te bereiken.
3. Wees opvallend en aantrekkelijk
Goede communicatie is niet meer alleen voor de grote merken. Ook goede doelen moeten zich afvragen: hoe zorgen we dat mensen ons willen volgen, delen, steunen? Wat is ons aantrekkelijke en bijzondere verhaal waar mensen enthousiast van worden? Zorg dat mensen zich onderdeel voelen van jouw missie. Een donateur wil niet alleen geld geven – die wil meedoen aan iets groters.
4. Denk in producten, niet alleen in donaties
Geven voelt beter als je er iets voor terugkrijgt. En dat gaat niet meteen om spullen, maar beleving of verbinding. Denk aan het sponsoren van een kind via World Vision – je krijgt foto’s, updates, brieven. Dat voelt persoonlijk en tastbaar. Of een boom planten en kunnen volgen waar die staat, zoals via Trees for All. Dus hoe kun je het geven aan jouw organisatie ‘verpakken’ als iets tastbaars?
5. Bouw community’s, geen bestanden
Een donateur is geen e-mailadres in een database. Mensen willen ergens bij horen. Ze willen meedoen, meedenken, en bijdragen op hun eigen manier. Bied dus ruimte voor vrijwilligerswerk, events, challenges, online community’s of co-creatie. Hoe meer iemand zich verbonden voelt, hoe groter de kans dat ze ook financieel betrokken blijven.
Tot slot: het is geen strijd
Het hoeft geen wedstrijd te zijn tussen profit en non-profit. De wereld verbeteren kan op verschillende manieren. Maar goede doelen moeten wel mee in de verandering. Niet door hun missie los te laten, maar door anders te denken: slimmer, creatiever, persoonlijker. Want de wereld heeft ze nog steeds keihard nodig – misschien wel meer dan ooit.