Een nieuwe generatie filantropen komt eraan
Recent werd bekend dat de families Mars en van der Veldt 30% van de aandelen van het succesvolle softwarebedrijf AFAS hebben geschonken aan de door hen opgerichte stichtingen Pharus en Contribute. Hoewel de omvang van deze schenking uitzonderlijk is, weet ik uit eigen ervaring dat nog veel meer families eind 2024 - vooruitlopend op fiscale wijzigingen - grote giften vanuit een vennootschap hebben geschonken. Vanuit Rabobank Filantropie Advies hebben we niet eerder zoveel klanten tegelijk geholpen bij de (versnelde) oprichting van een ANBI-stichting als eind vorig jaar. Vaak ging het hierbij om klanten die al langer speelden met de gedachte een substantieel deel van hun vermogen te schenken. Door de fiscale prikkel werden zij geactiveerd om nú actie te ondernemen.
Met de oprichting van al deze ANBI-stichtingen werd één ding duidelijk: de Next Gen is steeds vaker betrokken bij filantropie en heeft een belangrijke stem in filantropische keuzes. Ik zie dat ‘de kinderen van’ steeds vaker plaatsnemen in het bestuur van de ANBI. Regelmatig zelfs als voorzitter.
Zo speelde een klant van mij al langer met de gedachte om enkele tientallen miljoenen euro’s te reserveren voor goede doelen. Met de fiscale wijzigingen per 1 januari 2025 in gedachte, besloot hij eind 2024 samen met zijn vrouw en dochters om een ANBI-stichting op te richten. Mijn klant vond het belangrijk dat zijn dochters een stichting in de toekomst voort zouden zetten en hij vroeg zijn dochter van 22 jaar oud of zij voorzitter wilde worden van de ANBI-stichting. Zonder ervaring coördineerde zij de oprichting en nu is zij de voorzitter van een stichting met een groot vermogen voor goede doelen. Ze overweegt om minder te gaan werken, zodat ze de tijd heeft om de filantropie van de familie vorm te geven.
Dit verhaal is geen uitzondering en heb ik in allerlei varianten voorbij zien komen de afgelopen maanden. Wat me hierbij opvalt is dat het motief voor familiefilantropie meervoudig is. Natuurlijk willen vermogende ouders hun kinderen bepaalde (familie-)waarden meegeven. Dat niet alles in het leven om jezelf draait bijvoorbeeld. Zo ging een van mijn klanten met haar zoon en dochter om tafel zitten hun om uit te leggen dat zij slechts een bepaald deel van haar vermogen krijgen, omdat zij dat voldoende vindt. Het restant wilde zij graag samen met hen wegschenken aan goede doelen. Zij waren het daar gelukkig mee eens.
Naast deze ‘levensles’, hebben ondernemers diverse andere redenen om van filantropie iets gezamenlijks te maken. Zo zie ik in de praktijk dat via filantropie de onderlinge relaties in het gezin versterkt worden en filantropie soms zelfs intentioneel wordt ingezet om moeilijke relaties in de familie wat op gang te krijgen. Ook zien mijn klanten filantropie als een mooie springplank voor hun kinderen om te wennen aan het vermogen dat straks hun kant op komt. Via filantropie wordt alvast ervaring opgedaan met vermogensbeheer.
Met de opkomst van een nieuwe generatie filantropen, veranderen ook de thema’s en onderwerpen die van belang gevonden worden. Zo sprak ik de afgelopen maanden veelvuldig met een generatie die - vergeleken met hun ouders – meer aandacht heeft voor klimaat en duurzaamheid en voor psychische gezondheid. Ook viel mij op dat zij kiezen voor een andere, meer betrokken aanpak van filantropie. Deze jonge filantropen willen niet alleen geld geven, maar met de voeten in de klei staan. Ook zie ik tot slot, dat deze nieuwe generatie vaker creatief is met financieringsmogelijkheden. Afhankelijk van de behoefte die er is, kiezen zij voor het doen van een investering, een donatie of een combinatie van beiden.
Als private bank spelen we in op deze ontwikkeling door jonge filantropen te begeleiden en hen met elkaar in contact te brengen. Voor goede doelen roept het de vraag op hoe zij gaan inspelen op deze ontwikkeling en de samenwerking met de volgende generatie gaan vormgeven. In dit licht wil ik graag wijzen op het UNICEF Next Gen Netwerk. Wat mij betreft een mooi voorbeeld van een goed doel dat nu al nadenkt over deze vraag. Die voorbereiding is verstandig, want één ding is zeker: omdat families filantropie steeds vaker gezamenlijk vormgeven, komt die nieuwe generatie filantropen eraan. Misschien wel sneller dan je denkt.