Bas Klaassen: als kleine jongen collecteren...

< Dit portret is onderdeel van een serie over fondsenwerving leiders ter inspiratie voor een nieuwe generatie managers in fondsenwerving. In de eerste aflevering vertelt Bas Klaassen over zijn rol als Hoofd Fondsenwerving & Communicatie bij CARE Nederland. >

WhatsApp+Image+2019-06-04+at+09.13.06.jpg

Naam: Bas Klaassen

Leeftijd: 45

Functie: Hoofd fondsenwerving & Communicatie

Organisatie: CARE Nederland

Werkzaam in non-profit sinds: december 2004

Hobby’s: geen tijd voor

Favoriete muziek: eind 80-er, begin 90-er jaren

Wat niemand over mij weet: ik ben een open boek

Wat is jouw eerste herinnering aan goede doelen?

“Als kleine jongen collecteren voor de Hartstichting met m’n vader. Super spannend natuurlijk want laat opblijven, afwachten of de deur in je gezicht dicht werd gegooid of dat er een paar munten in de collectebus verdwenen en je een sticker precies onder de deurbel mocht plakken...”

Hoe is jouw carrière verlopen in een notendop?

“Na een aantal omzwervingen door onderwijs, IT, horeca en het verzekeringswezen kwam ik uit bij Cordaid waar ik aan de slag kon met het organiseren van de donateursdatabase. Van de enorm ervaren en gedreven fondsenwervers die daar toen  zaten (en nu zitten) heb ik ontzettend veel geleerd. Na nog een kleine tussenstop op internationale fondsenwerving kreeg ik bij SOS Kinderdorpen en CARE vervolgens de kans om als ‘hoofd’ aan de slag te gaan.”

Waarom ben jij zo’n wereldverbeteraar?

“Jezelf een wereldverbeteraar noemen is nou ook weer zo’n ding; zo zie ik mezelf niet. Ik ben vooral blij dat ik op mijn manier bij kan dragen aan een betere wereld. En dat is vooral door het genereren van aandacht, betrokkenheid en geld voor het werk dat uiteindelijk door collega’s in de landen wordt gedaan. Wat dat betreft ben ik wellicht meer pragmatist dan idealist.”


Wat zijn de 3 grootste uitdagingen als Hoofd Fondsenwerving?

“Dat ligt helemaal aan de organisatie waar je zit en in welke fase deze zich bevindt, maar over het algemeen zijn een gefocuste visie, een goed team en de juiste organisatie(cultuur) de drie belangrijkste drivers. Dat betekent m.i. dat je duidelijk moet weten met wat de missie is waar je de donateur bij wilt betrekken en waarom. Zoek je korte termijn geld en/of lange termijn (financiële) betrokkenheid van donateurs? En hoe betrek je daar vervolgens de rest van de organisatie bij? Te vaak is fondsenwerving dat ‘leuke clubje jongens en meisjes’ dat iets doet wat we niet helemaal begrijpen maar nodig schijnt te zijn. Tot slot is het aan de drive, passie, kennis en kunde van het hele fondsenwervende team om er een succes van te maken.”

Wat is jouw visie op de toekomst van het vak fondsenwerving?

“De basis van fondsenwerving verandert door de jaren heen niet echt: je wilt mensen inspireren om (financieel) bij te dragen aan jouw missie. De taak van fondsenwervers is dan ook op een creatieve manier om te gaan met de steeds veranderende doelgroepen, kanalen en middelen die ze ter beschikking hebben om de donateur te leren kennen en ze zo te betrekken bij het doel. De organisatie die het ‘know your donor’ gedeelte het beste weet toe te passen zal uiteindelijk het meest succesvol blijken te zijn.”

Wat zijn de grootste uitdagingen in onze sector?

“Voor de hele charitatieve sector lijkt wetgeving me momenteel een van de grootste bedreigingen. Politici roepen – al dan niet als proefballon – redelijk ondoordacht dat telemarketing verder moet worden aangescherpt, straat- en deur-aan-deurwerving moet worden verboden of grote giftgevers online met naam en toenaam bekend moeten worden gemaakt. Of het voorstel nu daadwerkelijk wet wordt of niet, goede doelen zijn niet geholpen met dergelijke boodschappen. Overigens is het ook aan de sector zelf om politici te laten zien dat we ons werk op een eerlijke en integere manier doen, met respect voor onze donateurs.”

Wat is de belangrijkste les die jij zelf hebt geleerd als donateur?

“Jaren geleden werd ik gebeld door een arts die aangaf net terug te zijn gekomen uit ‘het veld’. Hij vertelde een persoonlijk verhaal over wat hij en zijn collega’s hadden gezien, meegemaakt en bereikt. Uiteraard vroeg hij me vervolgens mijn bestaande maandelijkse donatie te verhogen. Niet alleen heb ik gul gedoneerd, daarnaast heb ik nog steeds een erg positieve associatie bij de betreffende organisatie. Laat eenieder vooral een eigen les trekken uit bovenstaande: voor mij was het in ieder geval dat persoonlijke resultaatcommunicatie werkt!”

Waar zie jij momenteel de grootste kans op stijging van inkomsten voor jouw organisatie?

“CARE Nederland heeft jarenlang alleen aan deur aan deurwerving gedaan. Dat maakt dat we nu een redelijke database hebben met donateurs die verder niet of nauwelijks door ons zijn benaderd. De verwachting is dat een gedegen loyaliteitsstrategie gericht op service, commitment en trust de loyaliteit (en daarmee de lange én korte termijn inkomsten) zou moeten verbeteren. De eerste tekenen zijn in ieder geval positief…”

Waarom wil jij eigenlijk zo graag Hoofd Fondsenwerving zijn?

“Omdat het de allerleukste leukste baan is waarbij je met de allerleukste mensen werkt. Daarbij is het enorm afwisselend als je wilt: het ene moment kun je een inhoudelijke discussie voeren over – noem een dwarsstraat -  de-institutionalisering van pleegzorg in Rwanda en het effect daarvan op de missie van de organisatie om het volgende moment de Raad van Toezicht te overtuigen van een extra investering in fondsenwerving, in Excel een voorspellingsmodel te bouwen of een donateur te bedanken voor haar jarenlange donaties aan een programma in Jemen. Dat je daarmee ook nog eens een wildvreemde ergens helpt een beter leven voor zichzelf te creëren is natuurlijk waanzinnig mooi.”

Wat zou je aan de jongere generatie fondsenwervers meegeven?

“Fondsenwerving is misschien wel het mooiste en tegelijkertijd minst begrepen vak ter wereld. Dus zijn er mensen nodig die op de bres springen voor het vakgebied door directies en raden van toezicht te overtuigen van het belang van investeren, programmamedewerkers te enthousiasmeren, donateurs te betrekken samen met collega’s van andere organisaties een zo goed mogelijk speelveld te creëren. Wat is er nou mooier dan dat?”