Wat verwachten wij van onze brancheorganisatie?
Afgelopen maand heb ik een korte enquete uitgestuurd naar de lezers van fondsenwerving.blog. Die ging over onze brancheorganisaties. Recentelijk maakte Nederland Filantropieland namelijk bekend dat de vereniging komend jaar wordt ondergebracht bij Goede Doelen Nederland. Deze ontwikkeling geeft de fondsenwerving sector de mogelijkheid om eens goed na te denken over de rol van de nieuwe brancheorganisatie. Nu is het moment om gezamenlijk de ideale brancheorganisatie samen te stellen.
In totaal heb ik 67 reacties gekregen. Dat valt een beetje tegen en laat wat mij betreft zien dat het niet het favoriete onderwerp in de sector is. Maar tegelijkertijd is het wel een groot genoeg aantal om de antwoorden serieus te nemen. Daar komt bij dat de respondenten gemiddeld 13 jaar werkzaam zijn in een fondsenwervende organisatie. Een ervaren groep respondenten dus. Alle functies zijn bovendien vertegenwoordigd: 6 directeuren, 22 managers/coördinatoren, 27 fondsenwervers, 11 leveranciers/adviseurs en 1 gepensioneerde.
De drie basisvragen gingen over waar de huidige brancheverenigingen mee moeten starten, stoppen en doorgaan. Respondenten konden kiezen uit de meest voor de hand liggende verantwoordelijkheden van een brancheorganisatie. Uiteraard konden mensen zelf ook nog een antwoord aanvullen:
Kennis delen & inspireren
Iedereen met elkaar in contact brengen
Bewaken en promoten van positief sector imago
Belangenbehartiging naar de overheid
Onderzoeken van bruikbare trends en ontwikkelingen
Bevorderen van innovatie
Delen van gewijzigde wet- en regelgeving
Er zijn drie duidelijke uitschieters op de eerste vraag, waar brancheorganisaties mee moeten starten: het bevorderen van innovatie (51%), het bewaken en promoten van een positief sector imago (39%) en het onderzoeken van bruikbare trends en ontwikkelingen (33%). Volgens de respondenten moeten onze brancheorganisaties hier werk van maken. Drie grote kansen dus om de dienstverlening flink te verbeteren. Natuurlijk hebben brancheorganisaties beperkte middelen, maar deze drie onderwerpen mogen de komende jaren eigenlijk niet ontbreken.
In de open antwoorden kwamen nog een aantal ideeën naar voren, zoals het aanbieden van vakopleidingen of introductiecursussen voor nieuwkomers in de sector, het verbeteren van de communicatie naar goede doelen toe (met name ten tijde van crisissituaties), het beter mobiliseren van goede doelen op bepaalde dossiers, de kanaalspecialisten meer te betrekken naast het management en last, but not least opkomen voor de belangen van de donateur.
Op de vraag waar ze mee moeten stoppen kwam eigenlijk maar één antwoord naar voren: nergens mee stoppen, vooral doorgaan, verbeteren en professionaliseren.
De antwoorden op de derde vraag, waar ze mee door moeten gaan, waren complementair aan de eerste vraag: kennis delen en inspireren (58%), delen van gewijzigde wet- en regelgeving (54%), belangenbehartiging naar de overheid (40%) en iedereen met elkaar in contact brengen (37%). Hierin komt wat mij betreft heel duidelijk de huidige koers naar voren. Een herkenbaar beeld dus.
De laatste vraag was een open vraag: Hoe ziet jouw ideale branchevereniging of -organisatie voor fondsenwervende organisaties eruit? Uit de antwoorden kwam veel betrokkenheid naar voren. Onmogelijk om hier alles naar voren te laten komen dus ik heb een aantal interessante quotes eruit gehaald:
“Mijn ideale branchevereniging vertegenwoordigt zowel de belangen van de organisatie waarvoor ik mij inzet, zoals bijvoorbeeld lobby bij de politiek en overheid, juridische zaken en het verbeteren van het imago van de branche, als de belangen van mij als individu bijvoorbeeld door het aanbieden van kennissessies, opleidingen en het inrichten van een loket waar fondsenwervers laagdrempelig terecht kunnen bij vragen en het toetsen van ideeën.”
“Kenniscentrum (incl. opleiding) + belangenvertegenwoordiging. De organisatie is een begrip en de logische ‘go to’ voor trends en technieken en vragen over wet en regelgeving.”
“Een organisatie die goed gefinancierd is, eventueel met bedrijfsgelden en subsidies. een organisatie waar we trots op kunnen zijn, met mensen die écht ín de fondsenwerving hun strepen verdient hebben. Een organisatie die echt luistert naar de leden, en gedragen wordt door de leden. een organisatie die werknemers die voor het eerst in de fondsenwerving beginnen, daadwerkelijk ondersteunt. Die trends bijhoudt en deelt. Die voor een positief imago van fondsenwerving zorgt.”
“Een toegankelijke, hartelijke club die met hart en ziel een voorvechtersrol inneemt. Een club die zich met zichtbare betrokkenheid inzet om goede doelen goed (positief) op de kaart te zetten/krijgen in Nederland. Een club die voor de troepen uitloopt, die niet defensief maar juist optimistisch in het leven staat (zonder daarbij de realiteit uit het oog te verliezen). Een club waar je je welkom en thuis voelt, waar je kunt leren, waar verbinding centraal staat. Kortom: een club waar de hele sector trots op is en/of kan zijn.”
“Persoonlijk vind ik de Toekomst van Fondsenwerving veel waardevoller voor mij als fondsenwerver dan de output van de brancheorganisaties. Mijn ideaal zou een tweetal kerntaken omvatten: politieke lobby & bewaken van wet en regelgeving / bij elkaar brengen en inspireren van fondsenwervers. Open, transparant en toegankelijk. Nu gevoelsmatig veel besluitvorming “bovenin de toren” met de illusie van een toegevoegde waarde van onderin de organisatie (door bijvoorbeeld werkgroepen die meer ter kennisgeving zaken bespreken dan daadwerkelijk meedoen).”
“Enerzijds een juridisch loket want wetgeving en compliancy is bij veel organisaties een taak van de fondsenwervers geworden terwijl dat nou juist de marketeers zijn die de grenzen op willen zoeken. Anderzijds een echte belangenbehartiger van de fondsenwerving en dat is wat anders dan van de goede doelen sector.”
“Een community waar je op thema’s informatie kunt vinden, ervaringen en kennis kunt uitwisselen en kunt samenwerken. Ik wil graag geprikkeld en betrokken worden en kunnen bijdragen aan het versterken van het imago van de sector.”
“Het liefst één centrale organisatie i.p.v. de wirwar van FIN, GDN, CBF etc. etc. Dit is voor het grotere publiek niet duidelijk.”
“Een pro-actieve ambassadeur en een promotor van goede doelen in Nederland, wat je bv. ook voor de Nederlandse toerisme sector hebt: werken aan positionering, ontwikkeling en marketing van goede doelen. Want nu wel heel prettig voor kennisdeling, ontmoeten conculega’s en belangenbehartiging naar overheid. Maar richting publiek mag het pro-actiever, gedurfder, meer zichtbaar en trotser zodat het belang van goede doelen meer benadrukt wordt. Om dat echt goed te willen doen is meer budget natuurlijk wel wenselijk”
“Ik zie door de namen en initiatieven het bos niet meer wie wat doet en waar ik mijn info/netwerk kan halen en brengen. Kernwoorden; kennis delen (en niet alleen door bedrijven maar vooral onderling en niet alleen via events, het moet iets normaals worden onder alle fondsenwervers om met elkaar te sparren en kennis te delen). Vertegenwoordiging (soms vind ik de branche organisaties opvallend stil als ik denk: nu moeten jullie opkomen voor de naam van goede doelen. Zowel in de media als voor veranderende wetgeving. Blik naar buiten/op de toekomst (meer oog voor lange termijn doelstellingen; denk aan innovatie en loyaliteit).”
“Een organisatie die faciliteert, verbindt, deelt, verdedigt, promoot, onderzoekt. Eentje waar je trots op bent om erbij te horen!”
“Vooral een onafhankelijke branchevereniging. NLFL komt over als een vehikel van bedrijven. Ik hoop van harte dat deze irritante eigenschap niet wordt meegenomen naar Goede Doelen Nederland.”
“Ik ben blij dat er een samensmelting komt. Alles bij elkaar was het te onoverzichtelijk. Ik hoop dat zij zich snel weer kunnen focussen op de branche, zodat zij minder met zichzelf bezig hoeven te zijn. Binnen die focus zouden zij een meer pro-actieve houding naar de buiten toe aan kunnen nemen, door meer gezamenlijke initiatieven te initiëren om op de lange termijn een beter en sterker imago voor de branche te creëren bij een breder publiek. Ik denk dat zij meer de leiding moeten nemen in actuele onderwerpen die organisaties individueel niet kunnen, maar gezamenlijk wel...”
Geweldig om al die meningen te zien. En het geeft wat mij betreft één grote conclusie: de samensmelting van GDN en NLFL moeten we niet alleen zien als een technische samensmelting. Het is het uitgelezen moment om een gezamenlijke visie te ontwikkelen op de toegevoegde waarde van onze brancheorganisatie. En op basis daarvan moet een duidelijke strategie worden bepaald, zodat onze belangen zo goed mogelijk worden behartigd. Je leest het goed, de brancheorganisaties doen het allemaal voor ons. Dus laat je stem horen.
Donderdag 2 april is er een webinar voor de leden van GDN en NLFL. De leden zullen worden bijgepraat over de stappen die inmiddels zijn gezet en nog gezet moeten worden. Dit is het moment om te laten weten of ze op de goede weg zitten. Dus, ben jij lid? Of is jouw organisatie lid? Schrijf je dan nu in en laat je horen.
Bijzonder veel dank aan als de 67 respondenten! Jullie bijdrage schetst een heel duidelijk beeld van wat wij van brancheorganisaties verwachten. Ik ben benieuwd of ze er iets mee gaan doen.