Meer synergie tussen groot geven en nalaten!
Meneer en mevrouw wonen in een modern huis aan de rand van een natuurgebied. Het huis is ontworpen door een architect en bij binnenkomst kijk je vanuit de lange hal zo de weilanden in. Meneer vertelt: “We hebben dit huis laten bouwen nadat we ons bedrijf verkochten. Ik wilde dichterbij de natuur wonen, want na de verkoop is het harde werken voorbij. Ik ben nu elke dag buiten en fiets en wandel graag in de natuur. Door de verkoop is er een groot vermogen ontstaan.”
“We willen tijdens dit gesprek graag meer weten over de mogelijkheden om ons vermogen na te laten aan goede doelen”, vertelt mevrouw. “Kinderen hebben we niet, en onze neven en nichten hebben het goed. Ze ontvangen een legaat, meer is niet nodig. Tijdens ons leven hebben we nog twee grote wensen: een lange reis maken en een aangepaste woning kopen voor onze neef die leeft met een fysieke uitdaging. Zelfs daarna blijven er nog vele miljoenen over.”
Regelmatig tref ik vermogende klanten met soortgelijke verhalen: er is een substantieel vermogen, er zijn geen kinderen én er is een besef dat het geld nooit opkomt. Vaak triggert dit de vraag wat er gebeurt met het ‘overtollige’ geld bij overlijden. Gek genoeg zie ik veel minder vaak dat deze klanten dan nadenken over schenken tijdens het leven. Hierbij speelt soms mee dat klanten vermogen liever vasthouden (je weet immers nooit wat er gebeurt), maar ik merk ook dat onbekendheid over de mogelijkheden en voordelen van schenken tijdens leven hiervan oorzaak is.
In gesprekken over nalaten, bespreek ik daarom ook schenken tijdens het leven. Desgewenst vertel ik hoe dit werkt en wat mogelijke voordelen zijn. Ik leg dan uit dat wanneer je groter geeft, je een vast contactpersoon krijgt, je je gift kan bestemmen aan een specifiek onderwerp en je persoonlijk op de hoogte wordt gehouden van de voortgang. Het stelt je kortom in staat om tijdens leven betrokken te zijn bij een onderwerp dat je aan het hart gaat. Het valt mij op dat veel klanten geen idee hebben hoe dit werkt. Los daarvan, is ook het opdoen van ervaring met een goed doel een argument voor schenken tijdens het leven. Het biedt je de gelegenheid om op basis van eigen ervaringen keuzes te maken over het al dan niet opnemen (en behouden) van specifieke goede doelen in het testament. Wanneer ik dit aankaart, leidt dat regelmatig tot het besluit al tijdens leven te starten met schenken. Een win-win voor gever en goed doel wat mij betreft.
Filantropie-adviseurs helpen echter slechts een klein deel van alle grote gevers en nalaters. Velen melden zich rechtstreeks bij goede doelen, als zij dit al doen. In het inspireren om te schenken tijdens leven zie ik dus ook een rol en kans voor goede doelen zelf. Daar waar goede doelen zich eerder verenigden rondom het normaliseren van nalaten aan goede doelen via de Toegift-campagne, kan een soortgelijk initiatief ontwikkeld worden voor schenken tijdens het leven. Natuurlijk moet dit zorgvuldig uitgedacht worden en is de opzet anders van aard. Niet iedereen kan immers tijdens het leven groter geven. Toch denk ik dat goede voorlichting in combinatie met inspirerende voorbeelden de ogen van vermogenden verder kan openen. Dit voorbeeld van de recent overleden filantroop Elise Wessels van het Prins Bernhard Cultuurfonds vind ik aansprekend.
Goede doelen kunnen dit ook zelfstandig doen door met (vermogende) nalaters uit de eigen achterban in gesprek te gaan over voordelen van schenken tijdens het leven. Zijn zij er zich überhaupt van bewust dat schenken tijdens leven een mogelijkheid is? Zouden zij behoefte hebben aan extra informatie over mogelijkheden om groot te schenken en de voordelen hiervan? En zoja, welke informatie en aanpak zou dan passend zijn?
Wat mij betreft ligt in het naar voren halen van schenken dus een groot potentieel, voor zowel de schenker als de goede doelen. Voor gevers betekent dit namelijk dat zij al tijdens het leven betrokken raken bij maatschappelijke doelen waar zij iets mee hebben. Dit stelt hen in staat om zelf te ervaren welke impact het vermogen heeft. Ook doen ze ervaring op met de goede doelen die ze mogelijk opnemen in hun testament. Voor goede doelen biedt dit de kans om eerder relaties te ontwikkelen en samen met hen nú al meer urgente projecten te financieren.
Zoals meneer treffend zei aan het einde van ons gesprek: “Ik had er eigenlijk nooit zo over nagedacht dat ik ook al tijdens mijn leven kan schenken aan natuurprojecten. De mogelijkheid om betrokken te zijn bij een concreet project waar ik iets mee heb, spreekt me erg aan. En bovendien heeft de natuur onze steun ook nú al zo hard nodig. En het geld mis ik toch niet.”
Mijn advies aan goede doelen is dus om de synergie tussen groot geven en nalaten te versterken. Hierbij zie ik voornamelijk kansen in het naar voren halen van donaties. Dit vraagt om het doorbreken van silo’s binnen het relatiebeheer. Ik zie nog heel vaak dat het relatiemanagement in stukjes is opgeknipt en dat de onderlinge afstemming en versterking onvoldoende is. Fondsenwervers die zicht richten op grote gevers en nalaters kunnen nog beter samenwerken. Juist bij vermogende klanten zou een meer holistische aanpak namelijk vruchten kunnen afwerpen, zowel voor de gever als het goede doel zelf.